1
mrt 2016

Voorzitters havoplatform en Vereniging Hogescholen openen congres

Voorzitters havoplatform en Vereniging Hogescholen (VH) openen congres

“Wie van de deelnemers op havo-scholen werken samen met hbo-instellingen?’’ was een vraag die havoplatform-voorzitter  Henk van Ommen, de zaal op een interactief moment voorlegde. Ongeveer 1/3 van de zaal reageerden hierop.  Het was de aanzet om de voorzitter van de Vereniging Hogescholen, Thom de Graaf, te verleiden tot een reactie over samenwerking. Zijn antwoord was dat docenten in het hbo dat zelf moeten regelen. Een algemene afspraak binnen de VH over samenwerking is in zijn ogen onmogelijk, omdat de instituten zelfstandig opereren. Wel zijn regionale afspraken mogelijk. “Jammer”, vond de voorzitter,” te midden van alle autonomie wil Havo-Nederland graag een aantal voor alle hbo’s geldende afspraken over de aansluiting havo-hbo maken. Hij illustreerde zijn zorg met een voorbeeld van het cohort havo-4-leerlingen uit 2008, waarvan slechts 32% na drie jaar in het tweede leerjaar hbo zat. Ook de kwestie van de toelating werd door Van Ommen nog aangekaart. Immers een havodiploma geeft recht op toegang tot het hbo, maar toch wordt er door diverse instellingen aan de poort geselecteerd. Het antwoord lag voor de hand: voor diverse opleidingen is talent vereist, zoals bij de kunstvakopleidingen of stelt de wetgever een kwaliteitseis, zoals de parate kennis bij pabo-opleidingen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur&techniek als het geen examenvak is.

Verkorte hbo-opleiding moet mogelijk zijn!

‘’Trots op de havo!’’ is de titel van ons congres. VH-voorzitter Thom de Graaf varieerde hierop in zijn toespraak als keynote-speaker tijdens het congres:” Het hbo is trots op de havo-instroom!” Kennelijk ontkom je er niet aan dit statement te onderbouwen met getallen:  Het hbo bestaat voor 50% uit  havo-leerlingen, waarvan 82% autochtoon, 18% allochtoon en in het totaal studeren er 100.000 hbo-studenten in 2015-2016.

Succesvol studeren

Belangrijker was zijn cruciale vraag: wat is er nodig om als hbo-student succesvol je studie af te sluiten? Verrassend om uit de mond voorzitter van de VH zelf te horen dat dit onmogelijk te beantwoorden is. Wel zijn er karakteristieken te noemen zoals  het beheersen van basisvaardigheden en leervaardigheden . Studenten moeten keuzes kunnen maken en er moet ruimte zijn  voor individuele aandacht.  Dat betekent dat zowel de studenten als de instellingen voor een belangrijke opgave staan. Voor de hbo-student is de grootste opgave zich te realiseren dat hij een omslag moet maken van leerling naar student, dat hij meer zelfverantwoordelijkheid draagt, dat hij anders moeten studeren en dat hij bezig is aan ‘Bildung’. In gewoon Nederlands: persoonlijkheidsvorming.  De al eerder genoemd basis- en leervaardigheden horen daar natuurlijk ook bij. Voor de opleiding geldt dat zoveel mogelijk studenten te laten afstuderen niet alleen een kwantitatieve opgave is, maar inhoudelijk de kwaliteit meer geborgd moet zijn. Dat is in het recente verleden een probleem geweest in het hbo. Zonder namen te noemen van instellingen wist de zaal wel op welke instellingen hij doelde. Daar is de afgelopen jaren in de pers voldoende over geschreven.

Trilemma

Zodoende verwoordde de VH-voorzitter het ‘trilemma’ van de hbo-opleiding:

  • de instroom vanuit de havo/vwo-opleidingen en mbo-opleidingen
  • het verhogen van de kwaliteit.
  • het terugbrengen van de uitval.

Hoe verhoog je de kwaliteit en beperk je tevens de uitval: het lijken twee tegengestelde bewegingen. De huidige stand van zaken is dusdanig dat er nog veel te verbeteren valt. Zo is het beeld nu dat de kwaliteit van het hbo weliswaar is gestegen, maar de uitval nog niet daalt. Bij de instroom van havisten is de trend overigens minder dramatisch dan van het mbo.

 

Uitval voorkomen

Zoals het een voorzitter van een belangenorganisatie van hogescholen betaamt, gaf hij aan dat de instituten al jaren de uitval van studenten proberen te voorkomen. De Graaf gaf twee oplossingen waar aan gewerkt wordt: de inschrijvingsperiode verlengen, zodat studenten meer onderbouwd een studiekeuze kunnen maken. Ook het proefstuderen en matching van studiekeuze en talenten van studenten spelen  een rol.

Verkorte hbo-opleiding

De Onderwijsraad heeft het idee van een vergaand maatwerkdiploma afgewezen, staatssecretaris Dekker heeft aangegeven het advies van de Onderwijsraad te volgen. De Vereniging van Hogescholen ziet er wel wat in, maar heeft ook kanttekeningen. De Graaf: “ Het sluit aan op de talenten van de leerlingen en  het biedt mogelijkheden op de havo een (extra) vak  op vwo-niveau te volgen, maar het civiel effect van het diploma moet eenduidig blijven.  Met een certificaat zou zo’n vak afgesloten kunnen worden, want  het civiel effect van het  diploma moet eenduidig blijven.” Dat is ook  de reden dat de Onderwijsraad en de staatssecretaris een verregaande maatwerkvoering hebben afgewezen. Aan het eind van zijn toespraak legde Thom de Graaf  nog een statement neer over de havo-leerling in het hbo :” Als we in staat zijn havoleerlingen hun opleiding excellent te laten afsluiten(lees: relevante vakken op vwo-niveau), dan moet het mogelijk zijn een verkorte hbo-opleiding te volgen’’.