In een nieuwsbrief van november 2017 van de VO-raad lezen we de oorzaak van de verschillen in de doorstroom van vmbo-leerlingen naar de havo. Zo blijkt dat er scholen zijn waar bijna de helft van de vmbo’ers naar de havo gaan en scholen waarbij geen enkele leerling de overstap maakt. Volgens de VO-raad geven de doorstroomcijfers een vertekend beeld omdat de tussentijdse opstroom naar de havo niet is meegenomen. Ook zijn bewuste voorkeuren en keuzes van ouders en leerlingen van invloed op de cijfers.

Oorzaak verschillen

De oorzaak van de verschillen heeft, naar de opvatting van de VO-raad, te maken met schoolbeleid. De doorstroom naar het mbo is meestal gebaseerd op de voorkeur van ouders voor een bepaald type school vanwege de voorbereiding op een specifieke beroepsopleiding. Leerlingen die niet naar het mbo doorstromen, gaan vaak naar een brede scholengemeenschap.

NOS-bericht over doorstroomcijfers

De VO-raad reageert op een persbericht van de NOS. Er zijn vmbo-leerlingen die al in het derde jaar vmbo, die het kunnen en willen, overstappen naar de havo. Dat is in de cijfers door de NOS niet terug te vinden.

Consequenties doorstroomrecht vmbo-havo

Vanaf 2019-2020  hebben alle gediplomeerde vmbo-leerlingen doorstroomrecht naar de havo. Nu hebben scholen nog de ruimte om eisen aan de overstap te stellen. De voorzitter van de VO-raad, Paul Rosemöller, stelt dat scholen op het bieden van kansen gericht zouden moeten zijn, maar dat voorkomen moet worden dat het beeld ontstaat dat mbo ‘minder’ is dan de havo.  Beroepsonderwijs is niet een mindere onderwijsroute dan algemeen vormend onderwijs, aldus, Rosemöller. De overstap van vmbo naar havo zou succesvoller kunnen zijn als de programma’s beter op elkaar aansluiten. Dat is vooral met het doorstroomrecht van vmbo-leerlingen in 2019 van extra groot belang.

Bron: nieuwsbericht vo-raad op 14 november 2017