Op woensdag 26 juni was de bijeenkomst ‘Praktijkgericht vak op de havo’ bij het Cals College in Nieuwegein. De middag werd geleid door Otto de Loor en Jannet Maréchal van Netwerk Onderwijsadviseurs. Zij zullen ook de vervolgbijeenkomsten begeleiden. Er was veel animo voor deze bijeenkomst, er waren teamleiders en directeuren van vo-scholen uit alle delen van het land aanwezig.

De middag werd geopend door Henk van Ommen, voorzitter havoplatform. “Het havoplatform is acht jaar geleden opgericht, er was in die periode geen organisatie of platform dat zich specifiek op deze grootste stroming richtte (26 procent van de middelbare scholieren zit op de havo).” Uit onderzoek blijkt dat meiden het beter op de havo doen dan de jongens. Havo wordt bestempeld als problematisch. “Dit komt vooral door havo 4 zittenblijvers. 51 procent van de havisten doet 5 jaar over de havo.” Het havoplatform richt zich naast het havo-onderwijs ook op de overgang naar het hbo. “Ook daar zijn problemen, want nog geen 50 procent van de havisten heeft na 5 jaar een bachelor. Zo’n 20 procent van hen wisselt na het eerste jaar. Gelukkig ziet de Vereniging van hogescholen, de hbo’s en het Ministerie van Onderwijs ook dat het zo niet verder kan. Er moet iets gebeuren met betrekking tot de kwaliteit.”

In het verleden is vaak gesproken over 6 havo, maar de Vrije Scholen die hiervoor kozen, zijn op de vingers getikt. Bij het vmbo zijn ook allerlei ontwikkelingen, bij het nieuwe vmbo-t wordt ook ingezet op een praktijkgericht vak. “En dit zou ook moeten gebeuren voor de havo. Tot op heden is er op de havo nog geen praktijkgericht eindexamenvak. We willen met elkaar een curriculum ontwikkelen dat de minister volgend jaar gaat goedkeuren als examenvak.” Het is de bedoeling om met de samenwerkende vo-scholen de schil vast te leggen, dat wil zeggen de competenties en de vaardigheden. Elke vo-school kan samen met een hbo in de regio de inhoud bepalen. Dit moet wel passen binnen een vaardigheden schil. “Hiermee hebben we er echt de kans om iets neer te zetten.” Er zullen ongelijke snelheden zijn waarin de scholen met het praktijkgerichte vak aan de slag gaan. Het is wel de bedoeling dat er binnen afzienbare tijd een vak staat. “We moeten stapsgewijs werken, het is een lange adem, maar mooi om te zien dat er zoveel mensen zijn die hier aan mee willen werken en committeren aan dit traject,” aldus Henk van Ommen.

Havoplatform bestuurslid Wiko Veenvliet vervolgde het verhaal. “Het is de bedoeling dat iedereen een eigen weg vindt binnen dit traject, de keuze van een praktijkgericht vak moet passen binnen het curriculum van een school.”
Er zijn enkele aandachtspunten die in ieder geval deel moeten uitmaken van het praktijkgerichte vak. Dit om er voor te zorgen dat de havist een goede start kan maken op het hbo.

Aandachtspunten:

  • Binnen het praktijkgerichte vak moeten de vaardigheden aan bod komen die leerlingen nodig hebben in het hbo.
  • Betekenisvolle lob-oriëntatie/ lob-competenties
  • Het schooleigen karakter van het vak. De vo-school moet zelf regie nemen op wat er goed is voor de eigen havoleerlingen.
  • Het praktijkgerichte vak moet gericht op het interessegebied van de leerlingen.
  • De verbinding met het hbo in jouw regio is heel belangrijk.
  • Vraag: Moet het een vak zijn dat 120 of 320 uur krijgt. (Het zal in ieder geval een meerwaarde geven).

Verwerving loopbaancompetenties:

  • Kwaliteitsreflectie (wat: kwaliteitsreflectie (wat kan ik het best en hoe weet ik dat?)
  • Motievenreflectie (waar ga en sta ik voor en waarom dan?)
  • Werkexploratie (waar pas ik het beste en waarom?)
  • Loopbaansturing (hoe bereik ik mijn doel en waarom zo?)
  • Netwerken (wie kan mij helpen en waarom die mensen?)

Vervolgens gaf Wiko Veenvliet het woord aan Govert Kamerik van het Calvijn College uit Goes. Op de website van het havoplatform staat een uitgebreid artikel over de vakhavo: een veelbelovend concept. Het Calvijn College heeft dit jaar de eerste lichting havisten die examen doet op de vakhavo. Zij zijn een excellente school, daardoor kunnen ze dit vak (techniek) nu al aanbieden als examenvak. Govert Kamerik benadrukt dat hij zich bewust is van de luxe positie. Met zijn bijdrage hoopt hij andere scholen enthousiast te krijgen voor het praktijkgericht vak op de havo. “Het is belangrijk als jullie met elkaar de schil maken. Iedereen kan zelf een richting kiezen, techniek, business, kunst etc. Zorg dat het bij de school past. En het meest belangrijke is: kijk naar de leerling. Dat hebben wij ook gedaan. Want technische doeners balen van theorie, we hebben gekeken ‘hoe krijgen we hen actief’. Contact met het bedrijfsleven in de regio is hiervoor belangrijk. We hebben al 70 bedrijven die zich hiervoor hebben aangemeld ten opzichte van 30 leerlingen. Deze leerlingen hebben zo een ruime keuze in stage- en ontwikkelplekken.”

Na de uitleg van Govert Kamerik over de vakhavo gaven twee docenten en twee leerlingen van het Cals College uitleg over Cals Business College (CBC). Zie nieuwsbericht “Op de havo werken aan je eigen bedrijf”. En Wouter van den Berg van het Oosterlicht College vertelde over het Praktijkvak in de planfase. “We herkennen dat er problemen zijn op de havo. Toch zien we ook havisten die zeer gemotiveerd zijn. Je moet ze alleen weten te triggeren. Vandaar dat we een praktisch aanbod willen leveren voor iedere havoleerling. Afgelopen jaar hebben we als team gekeken hoe geef je een goede havoles. En we hebben onszelf gevraagd: wat bieden we de havoleerling anders dan de vwo-leerling? De havist wil iets weten, maar niet alleen niet de regeltjes, ook het waarom. We zien dat havisten behoefte hebben aan een koppeling tussen theorie en praktijk. En ze missen de koppeling in de voorbereiding op het hbo.” Op het Oosterlicht College worden in de vrije ruimte al praktische vakken aangeboden: kunst, business, beta en sport. Een vervolgstap zou zijn om met de roostermakers om de tafel te gaan en te kijken hoe ze een praktijkgericht vak kunnen inpassen. Wouter van den Berg geeft aan dat ze wel graag de praktische insteek voor iedere havoleerling willen aanbieden, met als uitgangspunt: initiatief nemen, verantwoordelijkheid dragen en verantwoording afleggen.

Tijdens de volgende ronde werd er in groepjes gesproken over de mogelijkheden en kansen voor een praktijkgericht vak op de havo. En ter afsluiting heeft bestuurslid Wiko Veenvliet geschetst wat de vervolgstappen zijn. Hij benadrukte dat het momentum voor deze ontwikkeling er is. “Het is mooi om te zien dat de scholen enthousiast zijn om hieraan te werken. Op meerdere niveaus is er aandacht voor dit probleem. Vanuit het havoplatform zijn er gesprekken met bestuurders van hogescholen. Ook is er al een overleg geweest met de directeur van het ministerie, o.a. over beleidskaders en wat er nodig om het vak geaccrediteerd te krijgen. In ieder geval is het bij het ministerie duidelijk dat we hier mee bezig zijn. We hebben de wind mee!” Hoe nu verder? “We willen van deze groep een leernetwerk maken, dat je de mogelijkheden en kansen gaat zien en delen. Tegelijkertijd hopen we als havoplatform een gedragen beschrijving van een praktijkgericht vak te realiseren en daarmee naar het ministerie te gaan. Concreet betekent dit: er worden volgend schooljaar vier bijeenkomsten gepland. En aan het einde van het schooljaar willen de opzet voor het praktijkgerichte vak hebben, zodat het geaccrediteerd kan worden.”

Het havoplatform heeft ook al gesprekken gehad met het SLO, zij hebben aangegeven dat ze hierbij willen aansluiten. Vanuit de aanwezigen wordt gewezen op het feit dat het TL platform ook bezig is met een praktijkgericht vak, ze zijn de vaardigheden en competenties aan het beschrijven. Het is goed om te onderzoeken of de platforms kunnen samenwerken.

Verschillende scholen geven het vak O&O. Zij geven aan dat die aanpak ook goed benut zou kunnen worden voor het praktijkgerichte vak, wel met andere competenties. Ter afsluiting konden de aanwezigen aangeven of ze gezamenlijk het leertraject in gaan. Een groot aantal scholen heeft zich aangemeld. Zij zullen het komende schooljaar dus ook deelnemen aan de vervolgbijeenkomsten.

Voor vragen kunt u terecht bij Jannet Maréchal of Otto de Loor: j.marechal@netwerkonderwijsadviseurs.nl of o.deloor@netwerkonderwijsadviseurs.nl