Verslag bijeenkomst III leernetwerk vakhavo 

De derde bijeenkomst vond plaats op woensdag 18 december 2019 bij het Baarnsch Lyceum. Met een wat kleinere groep hebben we wederom stappen kunnen zetten.

Jannet Marechal en Otto de Loor (beide aangesloten bij het Netwerk Onderwijsadviseurs) leidden de middag. In de opening vertelt Jannet dat er een bijgewerkte versie is gemaakt van de eindtermen (na de vorige keer) en wat het te volgen tijdpad is. De scholen in het leernetwerk zitten in verschillende fasen; sommige in de idee-fase, anderen in de ontwerpfase en weer anderen in de uitvoeringsfase.

Annelies Dirks van Het Baarnsch Lyceum vertelt kort hoe zij de businessclass hebben ingericht. Leerlingen kunnen daar hun profielwerkstuk doen in de vorm van een excellentieprogramma vanuit de businessclass. Later is dit in samenwerking met een externe partner uitgegroeid tot businessclass XL, waarbij ook externe partners op school komen om leerlingen te onderwijzen. Dat is waar de school nu staat.

Er wordt gesproken over de aanleiding om iets te veranderen op de Havo. Het stimuleren van de motivatie is één van de factoren die benoemd wordt, mede als de tegenvallende prestaties de laatste jaren van de havisten (en in het bijzonder de jongens). Daarnaast is het van belang om leerlingen competenties aan te leren die zij nodig hebben op het hbo, om de aansluiting havo-hbo te verbeteren. Henk van Ommen, voorzitter van het havoplatform, bevestigt dit nog aan het einde van de middag.

Gedurende de middag hebben de aanwezige scholen ideeën uitgewisseld. Enerzijds over de ervaringen bij hun op school, anderzijds over de stappen die al zijn gezet tot nu toe en de plannen die er zijn na de kerstvakantie.

Sommige scholen gaan een pilot starten met enkele leerlingen, weer andere scholen zijn bezig met het ontwerpen van een breder plan en weer andere scholen richten zich op het verfijnen van reeds ingezette praktijk. De inhoudelijke focus van het praktijkvak is onder meer afhankelijk van de regio. In een regio met meer techniekbedrijven en een school met techniek-faciliteiten, zal de keuze voor een techniekhavo logisch zijn. Er zijn ook scholen die denken aan een meer economische invulling of een onderzoeksmatige invulling.

De scholen in het leernetwerk buigen zich aan het einde van de middag over de conceptversie eindtermen en ontwerpprincipes. Met deze beide documenten kunnen we het vak richting geven. We benoemen dat het gaat om een generiek concept, zodat scholing hun eigen inkleuring er aan kunnen geven. Het zou moeten gaan om generieke kaders die tegelijkertijd ook weergeven wat de winst is van een praktijkgericht vak op de havo. De praktijkgerichte component kan per school verschillen als het gaat om de invulling van de vakhavo. Het werken aan praktische en realistische doe-opdrachten is zo’n ontwerpprincipe, dat richting kan geven aan het denken.

Aan het einde van dit schooljaar is het de bedoeling dat er een brochure wordt uitgegeven. De contouren van deze brochure worden door Otto de Loor nogmaals geschetst.

Henk van Ommen sluit de middag af. Hij geeft aan dat het ministerie, de vereniging Hogescholen en de VO-raad allemaal bezig zijn met ‘de staat van het havo-onderwijs’. De tijd is rijp. In allerlei stukken van het ministerie wordt de vakhavo of het een praktijkgericht vak op de havo al genoemd. Het lijkt een niet te keren trend. Het zal niet zozeer dè oplossing zijn voor de achterblijvende prestaties en motivatie van havisten, maar wel een oplossing om de motivatie terug te krijgen en de aansluiting havo-hbo te verbeteren.

Het leernetwerk kan een belangrijke bijdrage te leveren door al in de praktijk bezig te zijn als ‘voorhoedeclub’.