Tijdens het havocongres op 7 februari gaf Govert Kamerik, locatiedirecteur havo/vwo Calvijn College in Goes, een lezing over de vakhavo. Het was een van de vele good practices die tijdens het congres aan bod kwam.

Het Calvijn College in Goes startte vijf jaar geleden met de vakhavo, waarbij het ‘gewone’ havo-programma wordt verrijkt met een dag per week technische praktijk: in de onderbouw een werkplaats op school, in de bovenbouw een stage bij een bedrijf. De reguliere havo-vakken worden aangeboden in vier dagen per week en zoveel mogelijk afgestemd op het praktijkprogramma. Dit jaar zullen de eerste havisten op het Calvijn College een vakhavo diploma krijgen.

Het Calvijn College heeft heel bewust voor dit concept gekozen, vertelt Govert Kamerik. “Wij kiezen voor techniek, maar dit kan ook horeca zijn of economie. Het gaat er om dat er een aanvullend praktijkprogramma is voor de havoleerling.” Ze zijn begonnen met een pilot. “Van de pilot hebben we veel geleerd. We zijn begonnen met het toepassen van het vmbo-programma. Gaandeweg hebben we een eigen lesprogramma ontwikkeld voor de havisten, in vijf jaar is er veel gerealiseerd.” Govert Kamerik adviseert de aanwezigen om samen met andere scholen te onderzoeken of ze een vakhavo kunnen starten, zodat ze veel met elkaar kunnen uitwisselen.

“De havo leidt op voor het hbo, terwijl de b van hbo ontbreekt,” vertelt Kamerik. Hij vervolgt, “Havoleerlingen zijn praktische intelligente doeners en daar moet je op inspelen met je aanbod. We zijn begonnen met het kijken naar de leerling. Havisten hebben vaak iets met techniek. Ze zoeken zelf eerder iets op en gaan er dan mee aan de slag.  Bij ons zijn er al leerlingen die een eigen bedrijf hebben opgestart.” Vooralsnog zijn het vooral jongens die voor de vakhavo kiezen, dit is dezelfde tendens als bij andere opleidingen.

Voor het slagen van de vakhavo is de verbinding met het bedrijfsleven heel belangrijk. In de bovenbouw gaan leerlingen op stage, in de eerste periode worden ze opgeleid binnen een bedrijf en in de tweede periode werken ze aan een profielwerkstuk in het verlengde van het bedrijf. “Bij de stagebedrijven moet wel een hbo-rolmodel zijn. Het is belangrijk om checken of de stagiaires ook met de hbo’ers mee mogen lopen. Daar kunnen ze veel van leren.” Op het Calvijn College halen de leerlingen in het vierde jaar hun VCA-VOL certificaat (Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden VCA). Daarmee geeft een werknemer aan dat hij veilig werkt en rekening houdt met het milieu en de gezondheid van zichzelf en de medewerkers waaraan hij leiding geeft. Na het behalen van dit certificaat mogen de vierdejaars op stage.

Als een school de keuze maakt voor een vakhavo is het belangrijk om ruimte vrij te maken in het weekprogramma. “Ga uit van een 80/20 verhouding, dat kan betekenen dat er een dag wordt vrijgemaakt voor werkplaatsleren. Maar dat kunnen ook halve dagen of blokuren zijn als de werkplaats dichtbij is.”

Op het Calvijn College is er in ieder jaar een klas met leerlingen die bewust voor de vakhavo hebben gekozen. Hierdoor hebben ze hetzelfde pakket, dit is rooster technisch erg praktisch.

“Op het vmbo is veelal het uitgangspunt dat je iets moet maken. Havoleerlingen zullen zich eerder afvragen waarom? En hoe werkt het? Dit moet je meenemen in het onderwijs.” De vakhavo vraagt om een andere pedagogische benadering. Het is belangrijk om de doorgaande leerlijn van doeners tot aspirant hbo’ers te blijven ontwikkelen. Met daarin structureel aandacht voor beroepscomponent met avo-vakken.

In het laatste jaar werken de vakhavisten bij het stagebedrijf aan een profielwerkstuk. Dit bestaat uit de opdracht, het maken van een ontwerp en de realisatie van het ontwerp. Het Calvijn College heeft deze aanpak overgenomen van Hogeschool Zeeland (HZ). “Het mooie van de profielwerkstukken is dat de leerlingen soms een product ontwerpen dat door een bedrijf in gebruik wordt genomen. Dat is natuurlijk een bekroning op hun werk.”

 

 

 

Aandachtspunten: 

  • Andere pedagogische benadering, jongens klassen
  • Verder ontwikkelen van de doorgaande leerlijn van doeners naar aspirant hbo-ers
  • Structureel aandacht voor beroepscomponenten in de ave-vakken.
  • Op enkele punten programma minder zwaar maken.
  • Verder uitrollen van het concept

Opzet van de vakhavo

Oriëntatie (jaar 1 en 2)

Klas 1 – Oriëntatie: wie ben je?

Klas 2 – Oriëntatie: basis van BWI (Bouwen, Wonen en Interieur) en PIE (Produceren, Installeren en Elektra) – twee oriëntatie modules

Keuze vakhavo (jaar 3 t/m 5)

Klas 3 – basis vakkennis – een vakhavo-klas

Klas 4 – 1edeel: verdiepen en voorbereiden op bedrijf van keuze

Klas 4 – 2edeel: Opleiding in een bedrijf (ervaren vanaf januari)

Klas 5 – 1edeel: Opleiding in een bedrijf (pws tot januari)

Klas 5 – 2edeel: Voorbereiden op hbo (probleem aanpakken, hoe gaat engineering op het hbo).

Het inhoudelijke deel van het concept.

H5: Ontwerp vraag van een bedrijf (theoretisch, praktisch, opmaat naar hbo)

Het vak praktijk:

  • Schoolse werkplaats
  • Stage
  • Pws op stage
  • Engineering – opmaat naar het hbo

Stages

H3: Bedrijvenmiddag, eerste contact met bedrijven

H4: Oriëntatie, contact, plaatsing, VCA-vol certificaat

H4: Breed ervaring opdoen op het bedrijf (waarom vraag).

H5: Ontwerp op het bedrijf (praktisch/theoretisch/pws)

H5: Ontwerp vraag van een bedrijf (theoretisch, praktisch, opmaat naar hbo)

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]