14
nov 2019

Tweede bijeenkomst praktijkgericht vak op de havo

Woensdag 30 oktober 2019

Het leernetwerk ‘praktijgerichte havo’ is bijeen. De middag staat in het teken van het  de te zetten stappen om het vak geaccrediteerd te krijgen. De begeleiding is in handen van Otto de Loor en Jannet Maréchal, beide trainers zijn aangesloten bij het Netwerk Onderwijsadviseurs. Wiko Veenvliet, bestuurslid van het havoplatform, opent de middag. Hij bedankt de gastheer van CSG Guido in Amersfoort. Daarna volgt een korte uiteenzetting van het traject. “Voor de havist komen leren en doen samen, de havist heeft behoefte aan een koppeling tussen theorie en praktijk. Praktische en realistische contexten werken bovendien motiverend. Veel scholen herkennen dat het moeilijk is om de havoleerlingen te motiveren met het huidige aanbod aan vakken en lessen. Daarnaast zien we ook dat de cijfers best dramatisch zijn. Kortom, er moet iets gebeuren.”

Tijdens de eerste bijeenkomst bij het Cals college op 26 juni is een verkenning gedaan om het praktijkgerichte vak in te zetten in het havo-onderwijs. Er was meer animo dan het bestuur van Stichting Havoplatform had verwacht. De bestuursleden zijn echt blij met deze aandacht voor het praktijkgerichte vak!

Er is een nieuw sectorakkoord afgesloten door het hbo en de aansluiting tussen havo en hbo wordt daarin expliciet genoemd. Het is doorgedrongen dat er vanuit de havo aandacht en zorg nodig is. En dat er samen naar oplossingen moet worden gezocht.

Bij het vmbo is ook veel aandacht voor de praktijkgerichte component en in de ministeriële stukken staat ook al een en ander over de havo. Het havoplatform is in gesprek met ministerie, om het praktijkgerichte vak geaccrediteerd te krijgen. Het is de bedoeling dat dit vak de plaats van een ander vak op een diploma kan gaan innemen. Er is een hele procedure voor, de stappen en eisen zijn verweven in het programma van de middag. Die eisen en verwachtingen kunnen worden aangetoond door voorbeelden uit de praktijk. “Technasium en Technologie & Toepassing zijn ons voorgegaan en die zijn ook geaccrediteerd door het ministerie. Dat is de weg die wij ook moeten bewandelen,” aldus Wiko Veenvliet.

Vervolgens nemen Otto de Loor en Jannet Maréchal het stokje over. Zij geven aan dat er scholen aan het leernetwerk deelnemen die al bezig zijn met een praktijkgericht vak, dat er scholen zijn die in de planfase zitten en volgend jaar willen starten. En er zijn scholen die al een idee tot een plan hebben, maar nog niet bezig zijn. Na deze bijeenkomst gaan de scholen concreet aan de slag in hun eigen school. Ook is het de bedoeling dat de scholen ideeën hebben voor een pilot of verdere invulling van de praktijk.

Binnen het praktijkgerichte vak moeten de vaardigheden aan bod komen die leerlingen nodig hebben in het hbo, zoals:

  • Betekenisvolle lob-competenties
  • Het vak heeft een schooleigen karakter passend binnen het curriculum
  • De vo-school moet zelf regie nemen op wat er goed is voor de eigen havoleerlingen.
  • Het praktijkgerichte vak moet gericht zijn op het interessegebied van de leerlingen.
  • De verbinding met het hbo (en het bedrijfsleven) in de regio is heel belangrijk.

Het praktijkgerichte vak kan als een ‘klein’ vak worden ontwikkeld, dit betreft dan 120 klokuren en het vak telt mee in het combinatiecijfer. Een ‘klein’ vak kan door scholen worden doorontwikkeld als ‘groot’ vak. Een ‘groot’ vak is 320 klokuren, het is een examenvak in de vrije ruimte.

Gezamenlijk wordt gekeken naar de eisen waar het vak aan moet voldoen en aan de eindtermen. Wat moet een leerling kunnen en kennen?

Domeinen voor eisen:

  1. Algemene vaardigheden
  2. Vakvaardigheden en competenties
  3. Kennis
  4. Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling

In groepjes van drie a vier personen werd vervolgens gekeken naar de eindtermen. Deze eindtermen worden bij de volgende bijeenkomst nogmaals besproken. Er waren meerdere teamleiders en docenten die aangaven dat het trainen van communicatieve vaardigheden in een realistische setting heel belangrijk is. Dit leert de vakhavist door presentaties en pitches te geven en door te communiceren met mensen in de praktijk. Ook werd benadrukt dat de vakhavist verantwoordelijkheid moet nemen en zelf het initiatief moet durven nemen.

Ook werd geadviseerd om de competenties meer te groeperen, hierdoor kan een school zelf de accenten leggen. En werd geopperd om leerlingen zelf de eindtermen te laten maken, zo laat je ze zelf verantwoordelijkheid nemen en hun eigen leerdoelen stellen. Dit kan je realiseren door vijf vaardigheden te benoemen met vijf sub domeinen. De leerlingen kiezen deze sub domeinen zelf, ze kunnen kiezen waarin ze uitblinken of wat ze verder willen ontwikkelen, dit kunnen thema’s zijn zoals: Communicatie, Zelfstandigheid, Samenwerken, Verantwoordelijkheid en Analyseren.

En in voorbereiding op het hbo is het belangrijk dat de leerlingen zich productief opstellen en dat ze projectmatig kunnen werken. De leerlingen kunnen onderzoek doen, ze kunnen het proces van de productie beschrijven, ze kunnen verslagen en rapportages maken. Vanuit loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling werd benoemd dat het belangrijk is om ervaring op te doen vanuit de beroepscontext. In samenwerking met hbo en bedrijven ontstaat een bedrijfsbeeld. Door ervaring op te doen leert de leerling een plan van aanpak maken, individuele doelen te stellen, gestructureerd keuzes maken en leert de leerling reflecteren op die ervaring.

Bij een praktijkvak leren leerlingen vaardigheden die ze kunnen gebruiken in het bedrijfsleven en/of publieke instellingen. Leerlingen leren dit door het uitvoeren van realistische ‘doe’ opdrachten die horen bij thema’s zoals: mens en medisch, techniek, lifestyle en design, voeding en vitaliteit en ondernemen en ontdekken. De thema’s passen bij de regio waarin de school staat en bij de interesses van de leerling of het profiel dat de leerling heeft gekozen. In de opstelling en uitvoering van de opdrachten hebben bedrijfsleven en hbo een rol. Het praktijkgerichte vak is een vak met een schoolexamen afgesloten met een assesment. De kwaliteit van het curriculum wordt geborgd door de uitwisseling tussen scholen, bedrijfsleven en hbo. Het SLO stelt het examenprogramma op en maakt een syllabus.

Op 18 december komt het leernetwerk weer samen.