17
feb 2017

Thom de Graaf over de zesjarige havo

Thom de Graaf: de zesjarige havo!?…

“Nu is het tijd om meer aandacht aan de havist te besteden”. Zo lazen wij in een interview met Thom de Graaf in het dagblad Trouw van 13 februari 2017. Thom de Graaf is voorzitter van de Vereniging van Hogescholen. Hij stelt daarin dat het nieuwe kabinet het onderwijs meer de vrijheid moet geven om de overgang van de middelbare school naar het hbo makkelijker te maken. De Graaf: ”Dan kunnen scholen meer experimenteren, bijvoorbeeld met een zesjarige havo.’’ Er is sprake van uitval tijdens de studie, vooral van studenten die van het mbo komen. Het hbo heeft veel geïnvesteerd om mbo’ers richting het diploma te helpen. Nu is voor de Vereniging van Hogescholen kennelijk de overgang van havo naar hbo aan de beurt. Het Havoplatform is blij met zo’n geluid uit het hoger beroepsonderwijs.

 

Dilemma

In het interview schetst De Graaf het dilemma van het hbo. Het heeft een emancipatiefunctie voor kinderen waarvan de ouders niet gestudeerd hebben en mbo’ers die verder willen. Daarnaast is de afgelopen jaren hard gewerkt de kwaliteit van het hbo te handhaven of te verbeteren. Hij noemt de pabo als voorbeeld. De Graaf: ‘’De functie van emancipatiemotor willen we blijven waarmaken, maar aan de kwaliteit van de opleiding tornen we niet’’. Als bijvoorbeeld in het mbo voorbereidingstrajecten worden afgenomen voor de toelatingstoetsen, kost dat geld. Daarom wil de Graaf  dat de nieuwe minister van Onderwijs na de verkiezingen hiervoor geld vrijmaakt.

 

Ambities

Behalve de aandacht voor de havo zijn er andere aspecten die een rol spelen bij de overganvan havo naar hbo. Jongens hebben meer moeite met het hbo-niveau dan meisjes en de Vereniging van Hogescholen hebben ook de ambitie meer vwo’ers naar het hbo te halen. Waarom de vwo’ers niet naar het hbo gaan, weet de Graaf niet. Hij veronderstelt dat het een statuskwestie is: de universiteit is het hoogst haalbare. ‘’Onterecht’’, aldus de Graaf, ‘’ een deel van de vwo’ers zou in het hbo beter op hun plek zijn.’’

 

Afschaffing basisbeurs

De Graaf: ‘’Op hogescholen studeren veel meer studenten uit sociaal-economische achterstandsgroepen met een migratieachtergrond(…). Ze hebben extra tijd en aandacht nodig’’. Een opdracht die de Vereniging van hogescholen  met plezier uitvoert, maar dan moet er wel geld bij. De Graaf vindt dat het geld dat vrij komt door afschaffing van de basisbeurs (€ 600 miljoen), onder andere, ingezet moet worden om in de kwaliteit van het hbo te investeren. Hij denkt hierbij aan meer docenten, meer onderwijsgerelateerd onderzoek en meer begeleiding. Hij wil voorkomen dat toekenning van gelden door de minister een prestatiegericht bureaucratisch proces zal worden. De Graaf:” We willen geen door het ministerie opgelegde lijstjes meer.”

 

[Bron:  Dagblad Trouw, d.d. 13/2/2017, Petra Vissers, redactie onderwijs en opvoeding.]