3
jul 2019

Op de havo werken aan je eigen bedrijf

Op het Cals College in Nieuwegein hebben ze het Cals Business College (CBC) ontwikkeld voor leerlingen in 4havo. Het uitgangspunt was activerend praktijkonderwijs in 4havo met E&M profiel met BE. De leerlingen die hier voor kiezen besteden iedere dinsdag van 9.30 tot 14.30 uur aan hun eigen bedrijf. Dit doen ze gedurende het gehele schooljaar in teams van 4 leerlingen. Naast het werken aan hun eigen bedrijf werken de leerlingen zo ook aan hun competenties (HaCo).

Onderdelen van het programma zijn:

  • Opstarten eigen onderneming: aandelen verkopen, producten inkopen, marketing, sales, voorraadbeheer, producten verkopen en administratie.
  • Competenties ontwikkelen (HaCo): communiceren, organiseren, reflecteren, plannen en samenwerken.
  • LOB: vervolgopleiding

Tijdens de bijeenkomst Praktijkgericht vak op de havo vertellen docenten Bas Voet en Thijmen van de Waal samen met leerlingen Linde en Joerie over het Business College. Docent economie Bas Voet benadrukt, “We worden geleefd door de bel. Mijn collega Thijmen en ik dachten dit moet anders. Met dit principe hebben we dat ondervangen. De leerlingen kunnen zelf hun dag inplannen. Autonomie en motivatie van de leerlingen zijn leidend. Wij proberen hen te prikkelen, onder andere door gastsprekers uit te nodigen. We zijn zelf onderdeel van het schoolsysteem en we willen juist dat ze van anderen leren. Verrassend genoeg durven en willen ze dan ook meer leren.” Docent bedrijfseconomie Thijmen van de Waal vervolgt, “We hebben ervaren dat we heel ambitieus zijn, we hebben grote stappen gezet, zo hebben we 1 uur weggesnoept van Nederlands. Nederlands heeft natuurlijk ook een programma, dus we zijn blij dat dit mogelijk was.

Ze hebben dit afgelopen jaar voor het eerst gedaan met een groep leerlingen. De leerlingen moesten officieel solliciteren om deel te kunnen nemen aan het project. Ze moesten vorig jaar een brief sturen en motiveren waarom ze dit vak wilden volgen. Nadat de docenten de brieven hadden ontvangen, volgden de sollicitatiegesprekken. Voor Joerie was meteen duidelijk dat hij mee wilde doen, “Ik wilde graag iets ondernemen, iets meer doen. En de dinsdag is echt een andere dag, het is minder schools. En het doorbreekt de sleur van de rest van de week.”

Gedurende het schooljaar starten de leerlingen een eigen bedrijf, ze moeten achter het product staan en ze moeten het product zelf verkopen. En dat ging bij de een beter dan bij de ander. Linde vertelt, “Ons product was niet zo goed: we hadden voor een e-wallet gekozen. Er waren veel klanten die vooraf hun verhaal klaar hadden, van geen interesse tot hebben we al.” Het team van Joerie had wel een slimme keuze gemaakt, “we hebben er voor gekozen om duurzame lampjes te verkopen. We stonden op een marktdag op Hoog Catherijne in Utrecht en hadden binnen de kortste keren alles uitverkocht.”

In het begin krijgen de leerlingen veel hulp, maar op een bepaald moment moesten ze echt zelf aan de slag. Linde: “We moesten ook pitches doen. Je zit met z’n vieren in een groepje, en ieder heeft z’n sterke en minder sterke kanten. We doen alles zelf, maar verdelen de taken. Werken in een groep is zoveel leuker dan in je eentje.”

De leerlingen krijgen een uur minder Nederlands. Maar ze zijn op een andere manier met taal bezig, want ze moet teksten schrijven en presentaties en pitches doen. De leerlingen krijgen cijfers op basis van pro-activiteit. Er wordt gekeken of de leerlingen voldoende stappen naar buiten zetten. De docenten geven aan dat ze dit wel lastig vinden. “Als de leerlingen bepaalde vaardigheden laten zien, dan beoordeel je ze daar op.” Vooralsnog is het nog een project en geen officieel vak. Linde gaf aan dat ze het fijner zou vinden om gedurende het jaar verschillende cijfers zou krijgen, “Maar ik heb het wel goed ervaren. En ik was het wel eens met het cijfer.” De docenten hebben tijdens het jaar wel updates gegeven, maar aan het eind van het jaar werd een cijfer voor het vak gegeven. Joerie geeft aan dat hij veel heeft gehad aan het project, “Ik vond presenteren eng, nu heb ik er lessen ingehad en nu vind ik het niet eng meer. En nu ben ik meer geprikkeld om te scoren.”